-
1 pot
n. pan; aardewerk; kassa (bij pokerspel); grote hoeveelheid geld (i.d. spreektaal); hasjiesj (i.d. spreektaal)--------v. van korte afstand schieten; in een pot doen; planten in een potpot1[ pot] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 〈 benaming voor〉 pot 〈 voorwerp of inhoud〉 ⇒ kookpot; jampot, theepot 〈enz.〉; bloempot; (nacht)po; potvormig voorwerp (van aardewerk)8 〈 verkorting〉[pot shot]9 〈 verkorting〉[potbelly]♦voorbeelden:¶ keep the pot boiling • de kost verdienen, het zaakje draaiende houden〈 informeel〉 go (all) to pot • verkommeren, in de vernieling zijn————————pot2〈 potted〉1 schieten♦voorbeelden:pot at • (zonder mikken) schieten opII 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
2 fruitmand
-
3 fruitschaal
-
4 vorm
♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 iets in een andere vorm gieten • changer la forme de qc.vorm aannemen • prendre formede bedrijvende en de lijdende vorm van een werkwoord • les voix active et passive d'un verbevorm aan iets geven • donner forme à qc.vorm geven aan een gedachte • formuler une idéehij is zeer gehecht aan vorm • il est très attaché aux formesin de vorm van een hoefijzer • en forme de fer à chevalin de vorm van een brief • sous forme de lettrein vorm zijn • être en (pleine) forme〈 sport en spel〉 weer in vorm, uit vorm raken • retrouver, perdre sa formenaar, in de vorm • dans les règlesuit de vorm raken • se déformeruit vorm zijn • être en méformevoor de vorm iemand vragen • inviter qn. pour la formezonder vorm van proces • sans (autre) forme de procès -
5 vorm
1 [uiterlijke gedaante] form, shape ⇒ outline2 [voorwerp waarmee men vormt] mould, form3 [de juiste gestalte/samenstelling] (right/correct/due/proper) form ⇒ style, 〈 fysiek〉 shape, 〈 fysiek〉 build5 [taalkunde] form♦voorbeelden:het heeft de vorm van een rechthoek • it has the shape of a rectanglediscriminatie in zijn ergste vorm • discrimination at its worst/of the worst kind(vaste) vorm aannemen • take (definite) shape, crystallizevorm geven aan een gedachte • express/shape a thoughtmijn ideeën beginnen vorm te krijgen • my ideas are beginning to take shapenaar vorm en inhoud • in form and content3 in vorm zijn • be in (good) shape/condition4 goede vormen • good manners, decencyde vormen in acht nemen • observe the conventionsvoor de vorm iemand vragen • ask someone for the sake of formality5 de bedrijvende/lijdende vorm van een werkwoord • the active/passive voice/form of a verb¶ zonder (enige) vorm van proces • without any (form of) trial/form of justice -
6 Gegenstand
Gegenstand〈m.; Gegenstand(e)s, Gegenstände〉♦voorbeelden:
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Французский